Na de brute dood van 16 grienden op 6 oktober keerde de relatieve rust terug in Taiji. Al bleven in de eerste dagen na het bloedbad grienden levenloos aanspoelen op de kust voor wie de stress en uitputting van de drijfjacht, de daaropvolgende overnachtingen in de ‘Cove’, de slachting van familieleden en de jacht terug naar zee te veel waren geworden.

Beloega dolfijn
Eenzame Beloega tussen de zwarte netten | Foto: Sea Shepherd

Op 10 oktober was het bijna weer raak. Zeven en een half uur lang vochten de leden van een groep dolfijnen die dag voor hun vrijheid en hun leven tegen de genadeloze jagers. Deze laatste keerden uiteindelijk met lege handen naar de haven terug. Maar hoeveel slachtoffers de uitputtingsslag heeft gemaakt onder de meest kwetsbare van de groep, hoeveel kalveren er van hun moeders zijn gescheiden in de paniek en verwarring, zullen we nooit weten.

De barbaarsheid van Taiji zit hem niet alleen in de slachtpartijen. Zelfs een dag zonder jacht is niet zonder lijden in Taiji. De drie dolfinariums in het dorp zitten vol getraumatiseerde overlevenden van eerdere drijfjachten.

Zo fotografeerden de Cove Guardians de extreem magere zwarte zwaardwalvissen. Overlevenden van een in recente jaren zeldzame, succesvolle jacht op deze soort in oktober 2011. Mager, want honger is de weg naar gehoorzaamheid en onderdanigheid in deze business. Voedsel is het gereedschap, als beloning of door onthouding, waarmee dolfijnen gebroken en getraind worden.

Ook werd de activisten een kortstondige blik gegund op de eenzame beloega opgesloten in een drijvende kooi bij Dolphin Base, een van de dolfinariums. Deze Arctische soort komt van nature niet voor in de wateren rondom Taiji, maar twee van deze witte walvissen verschenen ter plaatse in februari van dit jaar als slachtoffers van een ruilhandel met Rusland. Ze waren het wisselgeld voor vier tuimelaars uit Taiji.

Zwarte zwaardwalvissen
Zwarte zwaardwalvissen worden getraind | Foto: Sea Shepherd

Deze beloega’s zijn in het wild gevangen in de Zee van Okhotsk en behoren tot de Sakhalin-Amur populatie die nog steeds herstellende is van intensieve overbejaging in vooral de eerste helft van de 20e eeuw. Uit deze populatie zijn ook de 18 beloega’s gestolen die het Amerikaanse ‘Georgia Aquarium’ uit Rusland probeert te importeren.

De Taiji beloega’s werden verborgen gehouden achter zwarte netten, een tactiek die de dolfijnen trainers in Taiji in het verleden vooral toepasten om apathisch aan de oppervlakte drijvende zieke grienden en neurotische gedrag vertonende dolfijnen aan het oog en vooral de camera’s te onttrekken. Dieren die vervolgens meestal geruisloos verdwenen naar slachthuis of necropsie tafel. Een van de beloega’s is al weken niet meer gezien en het vermoeden bestaat dat deze is overleden. Dat is wat gevangenschap doet met walvisachtigen!

De notabelen van Taiji vonden het in oktober ook weer tijd om het jaarlijks terugkerende plan te promoten voor de walvisboerderij. Heel Taiji zou moeten worden omgetoverd in een groot ‘pret’park waar de jacht en slachtpartijen worden gecombineerd met een fokprogramma. Daarnaast zouden een of meerdere baaien nabij Taiji worden afgezet om mensen te laten zwemmen met en kajakken tussen dolfijnen geselecteerd uit de beruchte drijfjachten. Tot de 50 à 100 dieren die zo hun leven in gevangenschap zouden moeten gaan doorbrengen moeten ook enkele baleinwalvissen gaan behoren. Dieren die nu nergens ter wereld in tanks of achter netten worden gehouden. Het zou niet de eerste keer zijn dat Japan experimenteert met dwergvinvissen als aquarium soort.

Het meest cynische aan het hele voorstel is dat bezoekers in staat zullen worden gesteld om walvissen en dolfijnen vlees te eten, terwijl ze van een show genieten. Behalve dat deze voorstellen keer op keer aantonen hoe nauw de band is tussen de slachting en de dolfinariums, lijkt het vooral ook een krampachtige poging om deze achterhaalde en gruwelijke ‘traditie’ koste wat het kost in stand te houden.

Slachting Taiji
Slachting grampers in Taiji | Foto: Sea Shepherd

De aanhoudende reeks van dagen zonder succes voor de jagers werd natuurlijk gevierd door activisten wereldwijd, maar baarde ook zorgen. In de eerste twee maanden sinds de opening van het seizoen op 1 september verhinderde slecht weer in totaal op 21 dagen het uitvaren van de schepen. Feest- en festivaldagen voegden daar nog eens drie non-jacht dagen aan toe.

De tyfoons Wipha en Francisco kwamen voorbij in oktober. Dagen met onstuimig weer worden door de jagers gebruikt om drijfhout op te ruimen, drijvende kooien bij te bouwen, dekzijlen te verstevigen en hekwerken te vervangen.

Er waren ook 23 dagen dat de omstandigheden goed genoeg waren om naar zee te gaan en de jagers toch zonder dolfijnen terugkeerden. Zou de jarenlange nauwelijks gereguleerde jacht uiteindelijk de populaties voor de Japanse kust de das om hebben gedaan?

Dat is wel min of meer de conclusie van een in oktober verschenen rapport van de vanuit Londen opererende organisatie Environmental Investigation Agency. Het rapport verhaalt hoe in de laatste 70 jaar Japan meer dan een miljoen kleinere walvisachtigen heeft gedood. Tot 1993 zonder beperkingen. Nu zijn er quota, maar de wetenschappelijke onderbouwing ervan ontbreekt of is gebaseerd op verouderde of beperkte gegevens.

Wanneer quota niet gehaald worden ondanks grote inspanning van jagers met hightech middelen, is dat vaak een teken dat de betreffende soort in de problemen is. Zelfs met een gestage daling van de uitgevaardigde quota is dat voor alle Taiji doelwitten het geval.

Een ander belangrijk punt dat het rapport aanhaalt is, dat terwijl de hoeveelheid dieren die worden gedood langzaam afneemt, het aantal dat tot levenslang wordt veroordeeld explosief is gestegen. Dit bevestigt de krimpende markt voor dolfijnenvlees en de toegenomen vraag naar slaven voor de amusementsindustrie.

Grijze dolfijnen
Een groep grijze dolfijnen/grampers | Foto: Sea Shepherd

Tussen 2002 en 2012  namen 15 landen 389 dolfijnen uit Taiji met een totale export waarde van $15 miljoen. Ter vergelijking: een tuimelaar gedood voor vlees en spek levert ongeveer $500 op. Het moge duidelijk zijn wat de jacht in Taiji aandrijft en in stand houdt. Tijdens het vorige seizoen, 2012/13, werd een record aantal van 247 dieren tot gevangenschap veroordeeld.

Een ander record van vorig jaar, dat van 22 aaneengesloten ‘blauwe’ dagen, werd deze maand ruimschoots verbroken. Na 29 bloedloze dagen kleurde de ‘Cove’ op 5 november voor het eerst weer rood. Al om half acht ’s ochtends vonden de jagers op enkele mijlen uit de kust een groep van 11 grampers of grijze dolfijnen (risso’s in het Engels). Om 8 uur waren ze in de ‘Cove’ en om 9 uur was een jong dier geselecteerd voor levenslange gevangenschap.

Normaal doet men in Taiji een poging om de schijn op te houden dat de selectie van de individuen voor gevangenschap en de slachting twee strikt gescheiden processen zijn, maar deze dag volgde de boot met tien vermoorde grampers binnen twee minuten de skiff van het ‘walvismuseum’, een van de dolfinariums, met het gevangen dier.

Dat houdt niet alleen in dat de enige overlevende de slachting van zijn familie van nabij heeft moeten meemaken, maar ook dat trainers en moordenaars eendrachtig samenwerken onder de dekzijlen.

Vorig jaar was de periode van 29 september tot 20 oktober het laatste respijt voordat wekelijkse en soms dagelijkse slachtingen de regel werden.

Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.

©PiepVandaag.nl