Om maar meteen met de deur in huis te vallen, wie is of zijn er uiteindelijk gebaat bij het verse Protocol  stranding levende grote walvisachtigen?

Bultrug Johannes - Dolfinarium Harderwijk
Bultrug Johannes/Johanna | Foto: The Black Fish/Nico Jankowski

De toezegging van de minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer om voor de zomer een protocol voor de stranding van levende grote walvisachtigen aan te zullen bieden lijkt belangrijker te zijn geweest dan het welzijn van een gestrande walvisachtige.

In het protocol heeft het welzijn van gestrande dieren in ieder geval absoluut niet de hoogste prioriteit, ondanks dat in de eerste alinea van het protocol wel degelijk staat geschreven:

“Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat het welzijn van het dier steeds voorop dient te staan.”

Er lijkt geen serieuze poging te zijn gedaan om, met het welzijn van het dier als uitgangspunt, vast te leggen hoe alles geregeld dient te worden in geval er weer een stranding van een levende walvisachtige plaatsvindt. Het protocol is verder niet overal eenduidig en er is dus ruimte voor een subjectieve of gekleurde  interpretatie. Iets dat nou niet echt de bedoeling is. We wilden immers een protocol waarin alles stap voor stap en zeer helder en concreet omschreven zou zijn.

Het recente, 240 pagina’s tellende, Australische Marine Wildlife Management Manual 2013-2014 zou als een zeer geschikt uitgangspunt kunnen hebben gediend. Australië heeft veel meer ervaring met strandingen van grote walvisachtigen en twee van de door de Australische overheid geraadpleegde deskundigen hebben Nederland zelfs aangeboden gratis te willen helpen. Helaas achtte het ministerie van Economische Zaken dat niet noodzakelijk. Eén van deze deskundigen heeft inmiddels laten weten:

“No, I have not been contacted, and the 12 hour protocol is ‘ridiculous’, you can quote me on that. The only experience van Elk (dierenarts Dolfinarium Harderwijk) has is porpoises and a few other random animals which does not make him an expert!”

Het lijkt er op dat het ministerie van Economische Zaken met een vervelende klus zat opgezadeld en daar liefst zo snel mogelijk vanaf wilde.

Laten zien dat Nederland de zaakjes netjes heeft geregeld, en het ministerie van Economische Zaken kan dit klusje afvinken.

“Een gestrande walvis kan een risico vormen voor de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid en het milieu.” (Protocol pag. 1)

Het protocol heeft betrekking op de stranding van alle soorten levende baleinwalvissen, ongeacht de grootte, en op tandwalvissen groter dan drie meter. Het enige waar alle betrokken partijen het over eens zijn is dat baleinwalvissen niet in gevangenschap kunnen worden gehouden. Het protocol stelt nu dat indien het niet mogelijk is om een gestrande baleinwalvis terug te brengen naar zee, euthanasie dan het alternatief is.

Er wordt een limiet gesteld van 12 uur waarbinnen een gestrande baleinwalvis moet worden gered. Wordt die deadline niet gehaald dan wordt de gestrande walvis afgemaakt. Ik heb even snel het Australische protocol doorgebladerd, maar kan zo snel nergens een maximaal aantal uur (waar komt die 12 vandaan?) vinden waarbinnen een gestrand dier gered zou moeten worden.

Op zich natuurlijk niet vreemd, je wilt een gestrand dier toch gewoon redden en gaat niet van te voren al een deadline stellen. Misschien typerend voor zowel Nederland (“heeft het wel zin?”) als Australië (“We moeten dat beest gewoon redden!”).

De in het protocol gestelde termijn van 12 uur is niet onderbouwd en er is geen rekening gehouden met de verschillende soorten baleinwalvissen, lengte en of de leeftijd et cetera. In Nederland is de benodigde kennis hieromtrent niet in huis. Tijdens één van de discussiebijeenkomsten op 6 juni 2013 werd dit nog eens pijnlijk benadrukt. De professionele kennis, ervaring en deskundigheid is in Nederland onvoldoende aanwezig om tot een professioneel oordeel te komen aangaande een aantal essentiële punten in het protocol.

Desondanks is er geen onafhankelijke expertise van internationale wetenschappers of ervaringsdeskundigen ingeroepen ondanks dat het ministerie van Economische Zaken herhaaldelijk op de hoogte is gesteld van de bereidheid van twee ervaringsdeskundigen die hebben meegewerkt aan het Australische strandingsprotocol om belangeloos te adviseren en te helpen.

De staatssecretaris zegde in haar Kamerbrief van 28 maart 2013 onder andere toe bij de opstelling van het protocol ook buitenlandse protocollen te zullen raadplegen.

Nergens blijkt uit dat dit ook daadwerkelijk gebeurd is. Het is totaal onduidelijk welke punten c.q. feiten door welke stukken van welke personen of organisaties worden onderbouwd en welke punten niet zijn onderbouwd.

Juist omdat het protocol zelf ook stelt dat er in Nederland weinig ervaring is met het stranden van grote walvissen zou je mogen verwachten dat het aan een aantal onafhankelijke buitenlandse ervaringsdeskundigen zou wordt voorgelegd met het verzoek het concept protocol van suggesties, voorstellen, aanbevelingen of anderszins te voorzien.

Mevrouw Visser en de heer Whitehouse hebben jarenlange ervaring op het gebied van walvisachtigen en met het opstellen van strandingsprotocollen. Zij hebben laten weten dat zij gaarne bereid zijn aan de staatssecretaris hun medewerking te verlenen bij het opstellen van een deugdelijk protocol en alle daarbij behorende activiteiten, zoals het overdragen van kennis, het geven van trainingen, het verrichten van praktijkoefeningen etc. Zij hebben soortgelijke activiteiten reeds voor een aantal andere landen gedaan, zoals bijvoorbeeld op verzoek van Australië.

Het moge duidelijk zijn dat het voorgestelde protocol voor een baleinwalvis dus weinig hoopvol is. Er wordt twaalf uur gegeven, waar ook nog eens een uur reistijd voor de ‘deskundigen’ om ter plekke te komen, afgaat. Daarna is het afgelopen. Dit voorstel ligt nu zwart bij de Tweede Kamer. In de toekomst kan er bij een stranding worden verwezen naar dit document en daarmee is de kous af.

In de begeleidende brief aan de Kamer geeft het ministerie van Economische Zaken een uitgebreide toelichting hoe één en ander in zijn werk is gegaan. Op papier ziet het er netjes uit, maar is dit een volledig correcte weergave van de gang van zaken? Er zijn wel degelijk een aantal kritische opmerkingen te plaatsen.

  • Waarom is in het schema op pagina 9 ‘Definitieve opvang’ niet opgenomen als een apart scenario, maar slechts in kleine lettertjes beschreven als een onderdeel van scenario 2? Wordt er op deze mogelijkheid bewust niet al teveel aandacht op dit scenario gevestigd?
  • Er wordt gesteld dat er gebruik is gemaakt van kennis en ervaring, en dat wetenschappers, opvangcentra en NGO’s zijn geconsulteerd, maar er worden geen details gegeven. Verder wordt er niet gezegd welke commentaren en aanbevelingen wel en welke niet zijn opgenomen in het protocol.
  • Wat de kritische lezer verder meteen op zal vallen is de rol van het Dolfinarium Harderwijk. Natuurlijk worden niet overal de woorden ‘Dolfinarium Harderwijk’ gebruikt, maar wordt er subtieler te werk gegaan.

Als het aankomt op de ‘deskundige’ dan blijft het protocol zeer wazig en onduidelijk. Hiermee mist het protocol dan ook volledig doel. Dit ondanks de duidelijke intentie op pagina 5:

“Het protocol dient ervoor duidelijkheid te scheppen over wie waarvoor verantwoordelijk is en kan helpen onnodige discussies te voorkomen, zodat er snel en juist wordt gehandeld.”

In het verleden, zowel bij de stranding van de orka Morgan als de stranding van de bultrug bij Texel, werd teruggevallen op de deskundigheid van een ‘deskundig dierenarts’, hiermee werd de dierenarts van het Dolfinarium Harderwijk bedoeld.

Als alle baleinwalvissen na 12 uur ten dode zijn opgeschreven, dan blijven de tandwalvissen die groter zijn dan drie meter nog over. Dolfijnen zijn tandwalvissen, maar zijn over het algemeen kleiner dan 3 meter. Dan zijn er nog grotere tandwalvissoorten, de verscheidene zogenaamde ‘beaked whales’ die in deze categorie vallen. Zijn er nog andere dieren die in deze categorie vallen?

Juist ja,…orka’s!

Zoals het nu staat beschreven in het protocol kan de ‘deskundige dierenarts’ na 12 uur beslissen dat een gestrande orka naar het enige opvangcentrum moet dat we in Nederland hebben, voor tijdelijke of zelfs permanente opvang.

Vrij vertaald komt dat er op neer dat de dierenarts van het Dolfinarium Harderwijk al na 12 uur kan en mag besluiten dat een gestrande orka permanent zal worden opgevangen door Dolfinarium Harderwijk.

Op pagina 6 staat dat: “Wanneer een dier tijdelijk opgevangen dient te worden voor rehabilitatie dient de opvanginstelling het gehele rehabilitatieproces zelf te bekostigen.” Het Dolfinarium Harderwijk is een commerciële instelling en geen liefdadigheidsinstelling. Welke belangen heeft het Dolfinarium om een gestrande orka op te vangen en in gevangenschap te houden? De commotie rondom orka Morgan ligt nog vers in het geheugen.

Op pagina 16 staat:

“In uitzonderlijke gevallen kan tijdens de tijdelijke opvang blijken dat het dier weliswaar niet terug kan naar zee, maar wel in leven worden gehouden in een gespecialiseerde opvanginstelling, zoals een groot zee-aquarium. Het dier hoeft dan niet te worden geëuthanaseerd, maar kan levenslang worden verzorgd. Om deze optie te kunnen realiseren is een vereiste dat er een geschikte faciliteit voorhanden is, waar het dier terecht kan en dat vervoer geregeld kan worden naar deze instelling toe. Tijdens de permanente opvang kan het dier een belangrijke rol vervullen voor educatie en onderzoek naar de betreffende soort.” 

“Strandingen van grote walvissen zijn een bijzondere gebeurtenis waar in Nederland nog weinig ervaring mee is. In het kader van dit protocol wordt een deskundigenteam ingesteld, dat kennis en ervaring heeft met strandingen van (kleinere) zeezoogdieren en EZ kan adviseren over de toestand van het dier en aan de hand van dit protocol een advies geven over de verschillende scenario’s die aan de orde zijn. Het team zal bestaan uit een dierenarts met kennis van grote zeezoogdieren, een wetenschapper (zeebioloog) en vertegenwoordigers van de opvangcentra voor zeezoogdieren. Deze deskundigen zullen ingeval van stranding of dreigende stranding opgeroepen worden. De deskundigen dienen hun eigen kennis op het gebied van walvisachtigen op peil te houden en binnen een uur aanwezig te kunnen zijn op de strandingslocatie.”

Het protocol geeft zelf heel duidelijk aan waar zich mogelijke problemen kunnen voordoen, maar een aantal essentiële, concrete en eenduidige antwoorden of oplossingen worden niet gegeven. Herhaaldelijk wordt verwezen naar een ‘deskundige’ of ‘deskundig dierenarts’ maar wat de criteria zijn is niet duidelijk en alles lijkt erop te wijzen dat het ministerie doelt op de dierenarts van het Dolfinarium Harderwijk.

In een schriftelijke reactie heeft het ministerie van Economische Zaken dit op 14 juli 2013 overigens met de volgende woorden bevestigd: “Zo geldt ook dat een dierenarts met ervaring op dit gebied inderdaad neerkomt op één persoon.”

In Bijlage 1 (op pagina 22) staat dat de Stichting SOS-Dolfijn (nauw verbonden aan het Dolfinarium en gebruik makend van dezelfde faciliteiten) de enige opvangorganisatie in Nederland is die beschikt over een ontheffing van de Flora- en faunawet voor het opvangen van tandwalvissen. In de Beslisboom, in Bijlage 5 op pagina 26, staat dat als rehabilitatie door tijdelijke opvang niet mogelijk is, dan permanente opvang volgt. Degene die deze beslissing maakt is wederom de ‘deskundig dierenarts’ van ‘de enige opvangorganisatie in Nederland’.

Helaas spreekt dit protocol zichzelf op een aantal kritieke punten tegen en staat het welzijn van het dier absoluut niet voorop, ondanks dat in de inleiding van het protocol staat dat dit wel het belangrijkste uitgangspunt dient te zijn.

Blijkt dat ik overigens niet de enige ben die zo z’n twijfels heeft over de Nederlandse politiek. In een op 18 juli 2013 verschenen rapport van de Raad van Europa, gezeteld in Straatsburg, wordt de Nederlandse integriteit sterk in twijfel getrokken.

Sea Shepherd betreurt het ten zeerste dat het ministerie van Economische Zaken geen onafhankelijke deskundige internationale wetenschappers en/of ervaringsdeskundigen heeft geraadpleegd en dat zij de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid bij de ‘deskundig dierenarts’ van ‘de enige opvangorganisatie in Nederland’ heeft neergelegd.

Het Dolfinarium Harderwijk kan nu beslissen of het de doodstraf wordt of levenslang.

©PiepVandaag.nl Geert Vons, directeur Sea Shepherd Nederland