De Dierenbescherming Amsterdam maakt zich ernstige zorgen over het welzijn van dieren op een aantal kinderboerderijen in Amsterdam. Door bezuinigingen en de steeds toenemende werkdruk kan het welzijn van de dieren niet gegarandeerd worden. De Dierenbescherming vindt dat stadsdelen die eindverantwoordelijk zijn (of eindverantwoordelijkheid delen) voor de kinderboerderijen ook daadwerkelijk moeten zorgdragen voor een adequate, professionele afdekking van het beheer.

GeitBinnen de huidige situatie zijn er allerlei constructies onstaan waarbij de stadsdelen eindverantwoordelijk zijn, maar die verantwoordelijkheid niet nemen. Men laat de kinderboerderijen in een aantal gevallen beheren door medewerkers van grote zorgorganisaties zonder dat er voldoende geschoold personeel is en er financiele middelen zijn. Een medewerker die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken op de kinderboerderij moet zich op een dag bezighouden met dierverzorging, maar ook met de bezoekers uit de buurt (buurtfunctie) en de verstandelijk beperkten die er hun dagbesteding hebben. Vaak hebben deze medewerkers geen beheerdersopleiding of zelfs geen diploma in dierverzorging en is de werkdruk zo hoog dat er te weinig tijd is om het welzijn van de dieren goed in de gaten te houden. Er zijn kinderboerderijen die met een gelijkblijvende bezetting t.o.v. een paar jaar geleden dagelijks drie maal zoveel clienten met een verstandelijke beperking moeten begeleiden.

Een zeer schrijnend voorbeeld van een situatie waarbij een te hoge werkdruk en bezuinigingen consequenties hebben voor het welzijn van dieren, is het geval van een konijn afkomstig van een kinderboerderij dat op 21 mei werd binnengebracht bij een dierenarts.

Het sterk vermagerde angora konijn zat onder de pijnlijke klitten en ontlasting waardoor de huid was gaan smetten. De zijkanten van de bek en de binnenkant van de voorpoten waren geirriteerd en bruin verkleurd door een overmatige speekselvloed, dit als gevolg van sterk doorgegroeide voortanden die een ontsteking in de mondholte veroorzaakt hadden. Tevens was er een wortelabces van een snijtand in de onderkaak ontstaan, hetgeen heeft geleid tot een sterk verdikte onderkaak waar pus uitkwam. Het dier was zeer verzwakt door de ontstekingen en heeft langere tijd niet kunnen eten. Gezien de zeer slechte prognose en het lijden, heeft de dierenarts besloten het konijn te euthaniseren. De dierenarts spreekt van een situatie van langdurige verwaarlozing met als gevolg ernstig lijden. Dit geval had voorkomen kunnen worden als de huid – en gebitsproblemen op tijd waren gesignaleerd door kundig personeel dat voldoende tijd heeft voor de verzorging en er direct een dierenarts bij was geroepen. In Nederland is het onthouden van noodzakelijke medische verzorging strafbaar.

Minder schrijnende maar wel veel voorkomende voorbeelden van verstoord dierenwelzijn zijn slechte (veel te kleine) huisvesting waar dieren hun soorteigen gedrag niet kunnen vertonen, solitair gehuisveste dieren die wegkwijnen door eenzaamheid, onvoldoende toezicht tijdens dier-kindcontacten en het ontbreken van een verantwoord fokbeleid.

De Dierenbescherming Amsterdam vindt dat kinderboerderijen er niet zijn om de buurt te vermaken of om clienten een dagbesteding te geven. De taak van een kinderboerderij ligt primair in het geven van educatie over de intrinsieke waarde van het dier en hoe dieren te verzorgen en te benaderen. Daarnaast kan een kinderboerderij, mits aan de eductieve voorwaarde voldaan is, nog andere functies hebben. Maar deze mogen in geen geval leiden tot verstoord dierenwelzijn.

De Dierenbescherming Amsterdam stuurt de verantwoordelijke stadsdelen deze maand nog een brief waarin met klem verzocht wordt organisaties/personen belast met het dagelijks beheer voldoende middelen te geven om aan de welzijnsbehoeften van de dieren te kunnen voldoen. Indien dierenwelzijn om wat voor reden dan ook geen prioriteit heeft, dan is het beter om de kinderboerderij te sluiten.

Bron ©PiepVandaag.nl