Dit is het verhaal van een netwerk van argeloze vrijwilligers in Nederland dat fungeert als dekmantel voor een operatie om in Brazilië gratis grondstoffen te winnen om de winstgevendheid van de varkensvleesindustrie te vergroten. Maar eerst een aanloop om de relatie te laten zien tussen de geboorte van mensen en de dood van varkens. 

Biggetje - Organon
Foto: mikeyp2000 via Compfight cc

Het begint met het negentiende-eeuwse bedrijf ‘Zwanenberg en Co’, vanaf 1905 ‘Zwanenberg slachterijen en fabrieken’ geheten, dat niet alleen dieren in vlees transformeerde, maar zich allengs ook toelegde op afgeleide producten zoals margarine en varkensharen borstels. Toen in de jaren 1920 een methode beschikbaar kwam om insuline te winnen uit de alvleesklier van dieren, werd vanuit Zwanenberg een dochteronderneming gestart die zich hierin ging specialiseren: Organon. Uit de alvleesklieren van de net gedode dieren extraheerde het insuline – eerst ‘in een hoekje’ van de Zwanenberg slachterijen, vanaf 1930 in een eigen gebouwencomplex in Oss.

In zekere zin werd het bijproduct succesvoller dan het vlees. In 1970, nadat Zwanenberg Organon (inmiddels Koninklijke Zout Organon geheten) met AKU gefuseerd was tot AKZO, werden de ‘vleesactiviteiten’ afgestoten – en overgenomen door Unilever.

Maar de banden met de vleesindustrie waren hiermee niet ten einde, zoals in de jaren 1980 pijnlijk aan het licht kwam. Fase één van het schandaal.

En het was allemaal zo mooi

Al sinds 1924 produceerde Organon middelen om vruchtbaarheidsproblemen bij mensen te bestrijden. Zo ontwikkelde het bedrijf vanaf 1927 een middel dat in 1932 als ‘Pregnyl’ op de markt kwam. Bij vrouwen stimuleert dit de eierstokken om het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen te maken en zorgt dat de baarmoederwand gereed is voor innesteling van een bevruchte eicel. Bij mannen bevordert het de rijping van de zaadcellen. Werkzame stof: het hormoon ‘humaan choriongonadotrofine’, kortweg HGC.

Maar hoe kom je hieraan? HGC wordt alleen door zwangere vrouwen aangemaakt. En anders dan de varkens en koeien om insuline uit te winnen, mocht Zwanenberg Organon die niet slachten… Gelukkig deed zich de omstandigheid voor dat vanaf zo’n twee weken na de bevruchting het hormoon HGC ook in de urine terechtkwam – een principe waar zwangerschapstesten zich op baseren. Zou je dus die urine kunnen verzamelen, dan viel daar HGC uit te winnen. Aldus geschiedde. In 1931 startte het project ‘Urineverzameling Organon’, dat in 1966 de minder klinische en meer sympathieke naam ‘Moeders voor moeders’ kreeg – en nog steeds onder die naam opereert.

Werd aanvankelijk urine betrokken bij vrouwenklinieken, later ging men inzamelen bij vrouwen thuis en ontstond een uniek businessmodel dat nog steeds van kracht is. Want terwijl Organon – en zijn eigenaren, achtereenvolgens Zwanenberg, AKZO en nu MSD – een commercieel bedrijf is en Pregnyl een commercieel product, wist men een systeem op te zetten waarbij massaal zwangere vrouwen gratis de moeite namen hun urine in te leveren.

Dat kreeg men voor elkaar door het bedrijfsbelang voor te stellen als het belang van de onvruchtbare medemens met kinderwens. Duizenden vrouwen, zo was de boodschap, leefden met een innig verlangen het leven te schenken aan een kind, maar werden daarin dwarsgezeten door een tragische speling van de natuur. Zij die wel bevoorrecht waren konden nu, door iets simpels als het doneren van urine, er persoonlijk voor zorgen dat ook deze onfortuinlijken het geluk deelachtig zouden kunnen worden van het moeder-zijn. Je moest wel een, nu ja, azijnpisser zijn om bij zo’n mooi verhaal vraagtekens te zetten – of door een onmenselijke geldzucht worden gedreven wilde je voor je dienst een vergoeding durven vragen.

Maar klopte het verhaal wel? 

Nog niet eens voor de helft.

Inderdaad werd uit de urine HGC gewonnen en inderdaad werd daar Pregnyl van gemaakt en inderdaad waren daar mensen bij geholpen – met alle vreugde en verdriet, alle hoop en vertwijfeling van dien. Maar het grootste stuk van de waarheid was anders.

Want het meeste HGC dat uit de belangeloos afgestane urine werd gewonnen, eindigde niet in Pregnyl, maar in P.G. 600.

P.G. 600 - Organon

P.G. 600? Hiermee zijn we aanbeland bij de link met de vleesindustrie. P.G. 600 is namelijk niets minder dan, de gebruikshandleiding citerend:

‘a management tool to improve reproductive efficiency in swine production operations.’

Oftewel, P.G. 600 is een middel om in de vee-industrie varkens lichamelijk zo te manipuleren dat ze zich zo kosteneffectief mogelijk voortplanten. Door toediening van P.G. 600 worden zeugen sneller ‘berig’, zodat ze – met kunstmatige inseminatie – sneller kunnen worden bevrucht. Een soort omgekeerde chemische sterilisatie. Bovendien kan het worden gebruikt om de dieren tegelijk vruchtbaar te laten zijn – de zogeheten ‘bronstsynchronisatie’ – zodat de agrarisch ondernemer doelmatiger kan werken. Per dier leverde dat de ondernemer gemiddeld vijftien dollar op, zoals onderzoek in de Verenigde Staten in 1987 uitwees. Welke markt het meest interessant is, laat zich raden. Er zijn wereldwijd heel wat meer zeugen die twee keer per jaar zwanger worden gemaakt, dan kinderwensende echtparen met vruchtbaarheidsproblemen.

Kortweg zag de organisatie er zo uit: Moeders voor Moeders verzamelde de urine, die ging naar Diosynth (dat eerst onderdeel van Organon was geweest, maar sinds 1971 een zelfstandige business unit van het overkoepelende AKZO Pharma was), waar de HGC werd gewonnen. Vervolgens ging de HGC deels naar Organon voor Pregnyl, deels naar een ander onderdeel van AKZO Pharma, Intervet, voor de productie van P.G. 600.

In 1984 kwam deze werkwijze aan het licht. Jan IJzerman, onderzoeker van Stichting Lekker Dier kwam het op het spoor (via een ander schandaal, dat van de zogeheten ‘ bloedponies’).

De onthulling van het bedrog bracht het voortbestaan van ‘Moeders voor Moeders’ aan het wankelen. Slechts door de plechtige belofte de urine voortaan uitsluitend voor humane vruchtbaarheidsmiddelen te gebruiken wist Organon het overeind te houden.

Maar ook die belofte is nu ontmaskerd, het schandaal is verdubbeld.

In De Volkskrant onthulde Jeroen Trommelen wat Organon in werkelijkheid deed. Het bedrijf verplaatste simpelweg de productie van urine voor de varkensindustrie naar Brazilië door ook daar een ‘Moeders voor Moeders’ op te zetten. De in Nederland plassende moeders in spé gingen daarvoor feitelijk als dekmantel gelden, om aan het naar buiten toe vertelde verhaal legitimiteit te verlenen.

Inmiddels beweert MSD ook de Braziliaanse urine ‘sinds enkele jaren’ niet meer voor de ‘productie van diergeneesmiddelen’ te gebruiken. Diergeneesmiddelen? P.G.600 heeft evenveel met diergeneeskunde te maken als anabole steroïden met humane geneeskunde. Van excuses aan alle tienduizenden goedbedoelende vrouwen die de afgelopen decennia in potjes hebben geplast om MSD in staat te stellen geld te verdienen aan de varkensindustrie, is tot op heden niets vernomen. Maar wie zou die ook nog geloven?

©PiepVandaag.nl Dirk-Jan Verdonk, historicus en auteur Het dierloze gerecht (partnerlink)